In 2000,?in het begin van vdAA,?ben ik begonnen met m?n eigen CMS. Daarv??r bestonden websites meestal uit de bedrijfsfolder die door FrontPage gehaald was. Er kwam behoefte?aan dynamischere websites en de mogelijkheid?de vormgeving te scheiden van de inhoud.
De opmars van open source begon in die?zelfde periode, en the big three, Jooma, Drupal en WordPress (of the big 4 als je Wikipedia/Mediawiki er nog bij trekt)?waren er nog niet of nog in het beginstadium van de ontwikkeling:?Joomla versie 1.0.0 verscheen in 2005,?Wordpress stamt uit 2003,?Drupal en wikipedia?komen uit 2001. Dus er was in die tijd nog plek voor?een eigen CMS.
In de loop van de jaren werden de kleine eigen CMS-en, zoals de mijne, links en rechts ingehaald door de open source pakketten. Met een core-team bestaande uit de meer briljantere programmeurs op deze wereld en een grote community van vaak even slimme meisjes en jongens die plugins, extensies, templates, themes, API?s, patches, modules en wat dies meer zij maken trek je het niet in je eentje.
Al draait mijn CMS nog steeds naar tevredenheid onder enkele sites, heb ik?natuurlijk de overstap gemaakt naar de open source pakketten. Dat ik een eigen CMS?heb en meegebouwd aan enkele andere heeft?een groot voordeel, omdat je de problemen en gekozen oplossingen snapt.
Welk pakket?je?moet kiezen is afhankelijk van?gewenste functionaliteit, maar vooral ook van voorkeur.? Meestal zijn er bij allemaal voldoende plugins te vinden die alle wensen kunnen vervullen. Drupal heeft een wat groter geek-gehalte dan de andere. Als framework voor complexe oplossingen is deze wat geschikter dan WP en J.
Een wiki is een apart verhaal. Hierbij is het?feitelijk de bedoeling dat de site gemaakt wordt als gezamenlijk project. Dus bezoekers mogen bijdragen leveren. Maar een wiki is zo dicht te timmeren dat je het als een CMS zou kunnen gebruiken.